Voor de vragende partijen onder u...

Nope, ik geloof niet in heksen en duivels, ook niet in kabouters en draken. Maar ik geloof wel in een manier van leven, een leven waarin de mens in verbinding staat met de natuur. Waarin mensen in verbinding staan met mekaar. Op deze weblog laat ik zien hoe ik tegenover 'wicca' sta, hoe ik tegenover het leven sta. Het enige dat ik wil meegeven is, geloof niet blindelings wat men vertelt of zelfs wat je ziet, geloof in jezelf en je eigen intuïtie en je zal versteld staan... Have fun en haal eruit wat van jou op toepassing is, de rest laat je gewoon liggen... Liefs, Ragazza

Geen hocus-pocus, geen trucjes, geen sprookjes met de lelijke boze heks, maar wel...


... een levenswijze, een manier van denken ...

Het beeld dat mensen van “de heks” hebben, is dat van een lelijke oude vrouw, een zwarte kat op haar schouder en roerend in dampende ketels. Vrouwen met ‘n duivels karakter, die zich bezighouden met “zwarte magie”, vervloekingen en beheksingen en er ’s nachts rondvliegen op hun vliegende bezem. Martelingen en de brandstapel vielen deze “duivelaanbidsters” meestal ten deel en niet enkel in de 16e-17e eeuw… Ongelooflijk, maar helaas waar : in België werd de laatste heks nog geen 50 jaar geleden terechtgesteld !

Vele eeuwen geleden leefde er in elk dorp of gemeenschap wel een oudere vrouw of man die zich bezighield met het brouwen van kruidenmengsels tegen kwaaltjes, levenswijsheden doorgeven aan de jongere generatie, raad geven, bezig zijn met de natuur en haar verschijnselen. Daarnaast waren zovele wetenschappers deskundig op allerlei vlak: sterrenkunde, alchemie, …

De clerus zag dat het heidendom zich begon te ontwikkelen naast de Kerk. Dit bijgeloof begon zich nu tegen hen te keren, terwijl dit juist door de kerkelijke machthebbers in het leven was geroepen op het volk in hun macht te houden. Als zelfs Thomas van Aquino, de beroemdste theoloog uit de Middeleeuwen, ernstig het bestaan van de duivel erkende, moest iedereen zwijgen om de verdenking niet op zich te halen… Jan Frans Porzinibio, wetkundige te Plaisance, strijdt dit volledig af en noemt bv. “het vliegen der heksen niets dan verzinsel”.

Zelfs een normaal moedig meisje als Jeanne d’Arc in 1431 werd als heks verbrand door de Engelsen, omdat zij het niet konden verkroppen dat een jong meisje Orléans ontzet had van de vijand. Haar bijzondere moed, krachtdadigheid en doorzicht overtroffen het begrip van de Roomse geestelijkheden en schreven het toe aan onnatuurlijke oorzaken en veroordeelden haar wegens heksenrij.

Bijgeloof… Al dan niet intelligente mensen die beweerden dat anderen bovennatuurlijke en kwade krachten bezaten. Zij die een lichtgelovig of zwakzinnig iemand konden overtuigen van haar of zijn zogenaamde bovenaardse krachten, wisten vaak zelf ook dat er uiteraard geen sprake was van “zwarte magie” of “duivelse ingevingen”. De folteringen, die duizenden ongelukkigen moesten doorstaan, enkel gebaseerd op verzinsels en verdenkingen, ingegeven door onkunde of gewetenloosheid en louter bijgeloof. Er zijn zulke ongelooflijke en voor elk verstandig mens onwaarschijnlijke verhalen over zogenaamde betoveringen en beheksingen opgetekend en de daarop volgende “heksenprocessen”, die natuurlijk steeds in het nadeel van de beschuldigde uitvielen.

Vooral Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië waren brandpunten van heksenprocessen. Minder in de Nederlanden en Engeland, omdat hier de bourgeoisie het eerst de grondslagen legde van godsdienstige verdraagzaamheid en rechtszekerheid. Waar economische ontwikkeling het meest achterlijk en de priesterheerschappij het machtigst bleef, eiste het bijgeloof het langst zijn slachtoffers. De clerus deed immers haar best het bijgeloof levendig te houden onder het “gewone volk”, veelal ongeletterde mensen die hun vertrouwen en geloof in deze geestelijken stelden. Priesters verstonden als geen ander de kunst om de duivel in menselijke vorm voor het volk te doen leven en het bijgeloof in de hand te werken. Hoe bijgeloviger de mensen, hoe machtiger de clerus, het geloof en het Christendom… Slechte oogst, onverklaarbare ziektes, natuurverschijnselen, brand, … door de matige kennis van de verklaringen der natuurverschijnselen e.d., werden deze toegeschreven aan bovenaardse krachten, die door een of andere ongelukkige ziel werden uitgeoefend en ervan beticht werd samen te zweren met de duivel.

Pausen en kettermeesters bewezen hoe diep bijgelovig en onwetendheid zij zelf waren, door zwakzinnigen, onschuldige kruidenmengsters, mensen onder invloed van drank, met een iets te levendige verbeelding of meer nog, bevangen door verlammende schrik, als tovenaars en heksen af te schilderen en op een onwaardige manier te berechten, i.p.v. deze te helpen, te genezen of zelfs gewoon met rust te laten, omdat ze in werkelijkheid niets of niemand kwaad deden. Zulk een bijgeloof was trouwens gedroomd voer voor mensen met minder nobele bedoelingen om iemand valselijk te betichten en te laten berechten, als men maar genoeg “aanwijzingen en bewijzen” kon verzinnen om haar of hem uiteindelijk op de brandstapel te doen belanden. Mensen die zich bewust verzetten tegen de machthebbers, de geestelijken, het Christendom… zij die aan vrije meningsuiting deden, betekenden een gevaar. Want hoe dommer het volk, hoe beter voor de clerus…

Hekserij als synoniem voor vervloekingen en beheksingen, bestond (bestaat ?) enkel in de waanzinnige geest van de mens, hekserij als levenshouding daarentegen…

Vele eeuwen geleden leefden er meer matriarchale culturen (waar vrouwen meer macht en aanzien hadden). Deze werden echter verdrongen door de patriarchale culturen, waardoor mannen vele jaren de macht in handen hadden. Door dit onevenwicht, gingen zowel mannen als vrouwen op zoek naar harmonie, en juist de heksenrij vertrekt van dit basisbegrip: mannelijke én vrouwelijke krachten. Heksen geloven in een God (mannelijke kracht) en een Godin (vrouwelijke kracht). Deze zitten in elk van ons, dus zowel in jezelf, de natuur en de kosmos. Deze mannelijke kracht werd later notabene door het Christendom tot duivel gemaakt, terwijl heksen niet eens in een duivel geloven. O ironie…

Heksen zijn van alle tijden, ook van deze, en zijn verre van kwaadaardig en/of vijandig, integendeel zelfs. Een heks is juist een hele gewone vrouw. Of man. Kortom, een mens, en een met een hele bijzondere levenshouding. Je bent vrij om te doen wat je wilt, zolang je maar niets doet dat iemand schade toebrengt. Een eenvoudige regel die samengaat met heel wat denkwerk. Deze regel zal je nooit echt helemaal kunnen naleven, maar doet je tenminste eerst nadenken…

Tovenarij & heksenrij is oeroud en (ook nu nog) heel normaal bij natuurvolkeren. Wicca, de naam die aan moderne heksenrij gegeven wordt, is namelijk een natuurreligie. Het eren en respecteren van de natuur in al haar vormen is het fundament van deze “religie”. Door terug te keren naar de natuur, keer je automatisch terug naar je eigen innerlijke kracht en omgekeerd.
Door de eeuwen heen zijn vrouwen hun sterkte verloren en moeten diep in zichzelf graven om deze terug te vinden. Die kracht kan zo intens zijn dat ze zelfs genezend kan werken. De natuur is een grote apotheek, met kruiden kan je een heleboel lichte kwaaltjes genezen. Deze kruiden worden bv. aangeboden op esbats en sabbats. Esbats zijn volle maansfeesten, waarop rituelen uitgevoerd worden, gestudeerd wordt of nieuwe dingen aangeleerd worden. Sabbats zijn feesten, die o.a. met de seizoenswisselingen te maken hebben. Alle wijsheid, rijkdom, krachten zitten in jezelf.

De kunst is deze krachten terug te vinden, ze te herkennen en deze op de juiste manier te gebruiken, zodat je in harmonie met jezelf en je omgeving kan leven… Het is een leerproces, je zesde zintuig, intuïtie en spiritualiteit ontdekken. Leren communiceren over en via de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Daarom dat de natuur zo belangrijk is in Wicca. Het vieren van het wisselen van de seizoenen, het eindeloze ritme van dood en wedergeboorte in de natuur, is een belanrijk ritueel in de hekserij.

Als heksen dan geen orgieën organiseren in de plaatselijke parochiezaal of op de bezem naar de dichtstbijzijnde nachtwinkel vliegen, wat doen ze dan eigenlijk wel ? Aangezien hekserij, of wicca, een levenshouding is, zijn heksen continu bezig met rituelen, sabbats, kruidenleer, kaartleggen, raadgeven, enzoverder. Een heks vraagt nooit iets voor zichzelf of uit eigenbelang. Dit zou nl. zwarte magie zijn. Heksen doen veel voor elkaar, steeds uit vrijgevigheid en uit een gevoel van verbondenheid.

Waarom blijft de oude naam “heks” behouden en wordt er geen nieuwe naam aan gegeven ?
Oorspronkelijk betekent “heks” : “(oude) wijze (vrouw)”, een betere naam bestaat er dus niet. Heksen zijn mensen (dit kan dus zowel een man als een vrouw zijn) met veel (levens)kennis, die raad geven en hulp bieden. De oudste heksen waren trouwens de wijze vrouwen van het dorp en de vroedvrouwen, die ook kruidenmengsels maakten voor allerlei kwaaltjes. Maar bovenal willen de huidige heksen solidair zijn met elke vrouw en man die ooit vermoord werd, omdat zij/hij als (kwaadaardige) heks veroordeeld werd…

Bronnen: “Flair”-reportage, Kristel Bruynseels, pag. 50 t/m 54 ; “Een Eeuwenoud Drama: Bijdrage tot de studie van het heksendom”, L. Jacobs, 1930; “De schaduw van de maan, moderne hekserij in Europa”, Jan de Zutter; “De Keltische maankalender in het zonnejaar”, Ko Lankester.


Heksen en mythes…

Gelezen tijdens “De Vagina Monologen” in het Fakkelteater en afkomstig uit “The Women’s Encyclopedia of Mythes and Secrets” :
Een aanklager tijdens een heksenproces in 1593 beschreef “de aanblik van de vagina van de heks”. Waarschijnlijk had de man, die overigens gehuwd was, nog nooit een blik geworpen op een vagina. Hij beweerde dat deze vrouw wel degelijk een heks moest zijn, vermits uit haar vagina een “duivelstand” (de clitoris) stak, dat zeer zeker bewees dat de vrouw banden had met de duivel en dus veroordeeld moest worden. En vermits dit volgens hem een bewijs was van haar “heks-zijn”, werd haar vagina aan alle omstaanders getoond.

Ook over tarot zijn er tal van boeken geschreven, elke kleine & grote boekenwinkel heeft tegenwoordig wel een of ander boekje of tarotspel in zijn gamma opgenomen :

“Tarotmania” – Jan Woudhuysen. Hierin eens niet de zogenaamde betekenissen van de kaarten, maar met een boodschap aan de lezer: reproduceer niets, ervaar zelf. Met meer uitleg over de geschiedenis en het gebruik van de tarot.

“Tarot: Rituelen, fantasiën, feiten” – Heidemarie H. Pielmeier. Tal van eventuele betekenissen van de kaarten (ook met afbeeldingen uit verschillende tarotdecks, helaas in zwart/wit). Verscheidene legpatronen worden uitgelegd.


In tal van boekenwinkels en gespecialiseerde winkels zijn er tegenwoordig prachtig mooie tarotdecks in de meest uiteenlopende vormen en uitvoeringen verkrijgbaar. Mijn eigen set heet de “Vlaamse Tarok van F.I. Vandenborre, 1780”. Deze tarotkaarten zijn een authentieke reproductie van de Vlaamse Tarok in 8 kleuren, rechtstreeks van de oorspronkelijke houtblokken overgenomen. Vermits weinig mensen in die tijd kennis hadden van lezen en schrijven is o.a. het woord “tarot” gespeld als “tarok” en zijn de vele (Franstalige) benamingen van de kaarten op foutieve manier gespeld. Ook zonder interesse in de achterliggende idee van de tarot is dit spel al fascinerend genoeg door de prachtige illustraties.

Thanks to...

Thanks to...
Shawn's Free Clipart at www.shawnsclipart.com